door jouw stroom
De nacht was pracht
jouw praal getoond
aan de rand van het vuur
Het was niet het vuur
niet de drank
maar jouw warmte
die het bos deed branden
Vannacht stond ik
in lichterlaaie
Zie ik je nog terug
of gaat dit gevoel weer overwaaien?
Alle gedichten met dit thema
De nacht was pracht
jouw praal getoond
aan de rand van het vuur
Het was niet het vuur
niet de drank
maar jouw warmte
die het bos deed branden
Vannacht stond ik
in lichterlaaie
Zie ik je nog terug
of gaat dit gevoel weer overwaaien?
Inktpatronen ledigen
door gemaakte gedachten
De pracht van de wereld
door het oog van de storm
De woorden woeden heviger
dan de tijd die de onze was
Dan vervaag jij en
zal de zon wederkeren
Je smachtend lichaam
doordrongen van nijd en razernij
Ik wil geen deel zijn
van een veelvoud van haat
Ik wil enkel wachten op de zon
die de zomer laat schijnen
Ze komt van daar
waar ideëen wonen
Aan de oever zit een man
op een rots te peinzen
Over de stroom
die groter wordt
en waar de ideëen blijven
woorden vormen
letter voor letterde dicht begint
woorden van liefde
letters met passie
de dichter spreekt
de woorden krommen
de letters buigen
enkel voor jou
de woorden oneindig
de letters blijven
en de dichter
dichterbij
Mijn raam zegt me binnen te blijven
want vage woorden zeggen me niet zoveel
Dit raam weerspiegelt mijn trots
verloren zoals de bomen hun bladeren
Herfst welt in me op
mijn aderen gevuld
met plensend vocht
Het bos is beschaamd
over mijn verloren vacht
Het bos zoekt de natuur
als toevlucht
terwijl ik
jou
–
Mijn raam was ooit schepper van bloesems
ook wij stonden in bloei
jij was mijn vacht
vage woorden een soelaas
en de bloemen stonden vredig
Nu verstopt de zon zich achter de wolken
en zijn wij verstopt voor elkaar
Dus zijn wij de natuur
Maar het raam denkt:
Blijf binnen en doe je winterslaap
tot de lente weer aanvang neemt
noem me creativiteit
Hersenmassa bewerkt
de ideëen komen
als een vat nooit ledig:
noem me creativiteit
De tijd is creatie
Hersenmassa spreekt de idee
Het vat is liefde
en creativiteit mijn lotgenoot
Regen bij dag, regen bij nacht
en de zon verstopt
in de wolk die onheil bedacht
God is een zondaar
bij dit flitsenspel
en de zwarte hemel
ontsteekt vuurwerk
Slapen lukt niet en de wolken
dromen van oorlog
De dag vertrekt
met overtrokken gedachten
en de lege straat
prevelt volgende woorden:
“Het leven is goed
en schoonheid grijs”
Als je mij een rivier noemt ben ik blij
want zijn stroom brengt me naar waar ik wil
Als je mij een rots noemt ben ik blij
want hij geeft me een plaats om te zitten
Als je mij de wereld noemt ben ik blij
Want die kent de boom en de rivier en de rots
Maar noem mij alsjeblieft geen mens
Want die kent de wereld niet meer
De bomen roepen vogels
en de laatste lichten
doden het bos
De hemel overtrekt
een mantel van sterren
op mijn lijf
Ik verdrink in mijn kussen
dat jou droomt
De laatste scheut dag
druipt uit de fles
en de straat
verlaat zijn lantaarns
En dan overkijkt de leegte het schouwspel
en denkt al aan morgen
Je pracht en praal in zweet en lust
De verlangens voor even geblust
Overgave aan elkaar
als een schelp bijeengepakt
Overgave de stroom der macht
Die ruikt op je lijf
Liefde in je boezem
en je lustenvallei
Voor even dromen
De realiteit voorbij
En dan weer rustig
Samenzijn
Liefde door de tijd
van lust en boezem
en jij en mij