hier bewaakt het bos de bomen
waait de wind de blad’ren nabij
hier wordt de aarde in dromen geboren
verbeeldt de wond’ren van het kind in mij
hier heerst vrede over de velden
schenkt de horizon mij het zicht
hier leest het boek wat jij me vertelde
baar ik voor jou dit gedicht
hier is me het leven lief
is het gras nog groen
hier zijn de dagen ontelbaar
is tijd niet van doen
hier schijnt de lentezon op dolle dagen
waakt de maan bij nacht
hier woont mijn ziel, in lichtheid gedragen
schijn ik, in al m’n pracht
–
maar zoals een vessel de gedachte ontgroeit,
een vrucht zonder zaad in lente niet bloeit
zo is mijn lichaam slechts drager
van dit lichaam wordt te veel verwacht
de dolle dagen, de mens als uniform dier
ze wanen zich de wereld, maar leven niet hier
daarom zal de gekheid zegevieren
is de aarde in verval
daarom verjagen wij dieren
raast de mens zich in z’n eigen val
daarom leven wij in wanen
worden wij geleefd
daarom zijn idealen tanend
waar macht regeert
want al schijnt de lentezon op dolle dagen
waakt de maan bij nacht
toch werd het bos
in slaap, in wanen
in alle pracht
door ons stilzwijgend
omgebracht